maandag 24 maart 2014

Een gehaktbal minder....

Een gehaktbal minder…

Ten opzichte van een 50 jaar geleden, is de vleesconsumptie in Nederland verdubbeld. [i] Jaarlijks eten we maar liefst 40 kg vlees per persoon. Omgerekend houdt dit in dat iedere bewoner een eigen varken en vijf kippen zou bezitten. Maar dat niet alleen, per vier personen zouden we ook nog een koe in de achtertuin hebben staan. [ii]

De wereldbevolking groeit nog onverminderd en met de nog steeds toenemende vleesconsumptie heeft dit grote gevolgen voor de komende generaties. Als de vleesconsumptie in dit tempo zal blijven groeien, zullen we op den duur niet meer in staat zijn om de totale wereldbevolking te voeden.
Daarnaast zorgt de huidige consumptie voor het slechte dierenwelzijn en is het deels ook de oorzaak voor de zorgelijke milieuproblemen. Het is dus belangrijk dat we onze consumptie zullen verminderen.

Ten eerste zorgt onze ‘liefde’ voor vlees ook voor veel uitstootgassen. Een nieuw rapport van de UN bestempelt de koe als de grootste bedreiger van de aarde. Anderhalf miljard runderen zijn verantwoordelijk voor 18 procent van de broeikasgassen. Dat is meer dan alle transportmiddelen samen. De productie van vlees kost veel energie. Voor de productie van 1 kg is 5 kg plantaardig materiaal nodig. Uit een studie    van het adviesbureau CE delft blijkt dat als we in Nederland de helft van onze vleesconsumptie zouden vervangen door duurzaam geproduceerd vlees, dat dit een vergelijkbare invloed op het milieu heeft als de helft van de auto’s in ons land zouden verdwijnen.

10 kippen op een paar vierkante meter, varkens die het daglicht nooit zien, deze situaties zijn onvermijdelijk bij de huidige vleesconsumptie. Natuurlijk begrijp ik de Partij van de Dieren die pleit voor vrij loopstallen en scharrelboerderijen, maar hier hebben we bij de huidige vleesconsumptie in Nederland simpelweg niet genoeg ruimte voor. In plaats van  te kijken naar de gevolgen, kunnen we beter teruggaan naar de oorzaak: een te hoge vleescomsumptie. Door deze te verminderen zullen we in de toekomst het dierenwelzijn  kunnen verbeteren.

Zoals al eerder in dit betoog aangehaald, kost het produceren van 1 kg vlees 5 kg plantaardig voedsel.

 NOG NIET AF










[i] file:///C:/Users/Janneke/Downloads/VleesconsumptieNLenwereld_themaeiwittransitie1.pdf
[ii] http://www.milieucentraal.nl/thema's/thema-1/milieubewust-eten/kies-vlees-en-vleesvervangers-bewust/vlees/

dinsdag 18 februari 2014

Ook het kaf kan koren worden

Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus. Niet alleen op relatiegebied zijn er duidelijk verschillen tussen de twee geslachten, ook in het onderwijs  onderscheiden meisjes zich. Ze doen het over het algemeen namelijk beter.  Niet alleen blijven jongens vaker zitten en halen minder vaak hun diploma dan de meisjes, ook breken ze makkelijker hun studie af.

Een oplossing voor dit probleem is gescheiden lessen voor jongens en meisjes. Dit idee is gebaseerd op nieuwe inzichten in de neuropsychologie. Er blijken namelijk verschillen te zijn in hersenontwikkeling, leerstijl en motivatie. Gescheiden lessen is het antwoord op de vraag, hoe we de kwaliteit van ons onderwijs voor jongens kunnen verbeteren

Het eerste verschil wordt duidelijk als we kijken naar de hersenontwikkeling. Uit een onderzoek van neuropsychologen van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt het volgende: ‘Meisjes zijn sneller in het verwerken van informatie dan jongens. Jongens en meisjes hebben waarschijnlijk wel dezelfde potenties, maar de jongens lopen iets achter in hun neuropsychologische ontwikkeling. ‘ Dit verschil in hersenontwikkeling vraagt logischerwijs om een verschillende aanpak bij het overdragen van kennis. Jongens blijken meer behoefte te hebben aan structuur. Ze zouden meer gebaat zijn bij een strak lesschema, weinig lesuitval en meer regelmaat.

Daarnaast  blijkt dat ook op het gebied van inzet  jongens en meisjes zich onderscheiden. Dit is voor veel mensen niet onbekend.  Vooral op de middelbare school zijn de gevolgen van het verschil in motivatie duidelijk te zien. Niet alleen halen meisjes over het algemeen betere cijfers, ook blijven ze minder vaak zitten. Een goede methode om jongens aan te zetten tot een actievere werkhouding is het prikkelen door competitie. Meisjes zijn vaak vanuit zichzelf vaak al gemotiveerd en hebben minder baat bij deze methode.

Kortom: er zijn veel verschillen aan te wijzen tussen jongens en meisjes. Daarom is het belangrijk dat er gescheiden lessen worden ingevoerd. Hierdoor kan er rekening worden gehouden met de verschillen en kunnen jongens en meisjes onderwezen worden op een manier die voor henzelf het meest geschikt is.Ik hoop dat de Tweede Kamer dit ook in gaat zien en dat jongens het in de toekomst net zo goed gaan doen als meisjes.